‘IN DE OPVANG GING DE WERELD VOOR ME OPEN: IK HEB MEZELF TERUGGEVONDEN’

28 september 2022
Zondag 2 oktober 2022 is de Internationale Dag van de Geweldloosheid. Iedereen heeft recht op een veilig thuis, waar dan ook, en daarom is landelijke toegankelijkheid noodzakelijk. Daar maken wij ons samen met onze samenwerkingspartners en het landelijke netwerk Valente hard voor. Onderstaand verhaal is reeds gepubliceerd op www.valente.nl, waarin voormalig Neos deelneemster Rosita haar verhaal vertelt.  

 

Ineens gaat de knop om in Rosita’s hoofd. Het is ’s avonds 9 augustus 2019, ergens in Rotterdam. Haar voormalige partner zet een mes op haar keel. Agressie straalt uit zijn ogen, geschreeuw vult de kamer. Rosita weert af, doodsbang en boos tegelijk. In de punt van het mes voelt ze de jarenlange vernederingen en bedreigingen, zowel fysiek als mentaal. De spreekwoordelijke druppel en emmer, de grens is bereikt. Ze vlucht naar een vriendin, belt op haar aanraden de politie, doet aangifte en komt via de politie in contact met Veilig Thuis. Rosita krijgt ‘code rood’: ze heeft een geheime, veilige plek nodig. Twee dagen later kan ze terecht in het Blijf van m’n Lijfhuis in Eindhoven. Als ze daar aanklopt, denkt ze: in welke wereld ben ik nú beland?  

‘Nooit in mijn leven had ik gedacht dat ik in de opvang terecht zou komen. Het was een vreemde wereld voor me tussen al die vrouwen. Maar ik maakte toch al snel contact. ’s Nachts was het wel erg wennen. In een opvang hoor je van alles en van elk geluid schrok ik wakker. Dat was natuurlijk ook die langdurige dreiging die in mijn lijf zat. Ik kreeg in ‘Blijf’ even de tijd om tot mezelf te komen, maar ik wilde eigenlijk zo snel mogelijk dóór.

‘Iedereen in ‘Blijf’ zag me dag na dag groeien. Ik heb mezelf weer gevonden.

Terugkijkend kan ik zeggen dat in het Blijf van m’n Lijfhuis de wereld voor me is opengegaan. In de eerste periode heb ik veel gesproken met Judith, een heel fijne trajectbegeleider. Die gesprekken zetten me aan het denken: ik besefte dat ik het gedrag van mijn voormalige vriend veel te lang had gepikt. Ook kwam ik tot het inzicht dat ik door alle hectiek in de relatie een andere persoon was geworden. Ik liep constant op mijn tenen, was snel geprikkeld en ging meteen in de aanval. Je kunt zeggen dat ik zelf agressief was geworden. In de veilige omgeving van ‘Blijf’ werd ik gestimuleerd en vond ik de rust om op zoek te gaan naar mijn oorspronkelijke ‘ik’. Wie zit er weggestopt onder dat aanvallende gedrag?

Ook de gesprekken met de andere vrouwen hielpen me. Het verlicht en lucht op om de impact van de dreiging te kunnen delen en tegelijkertijd ben je elkaar tot steun in het opbouwen van een nieuw leven. Wat dat laatste betreft moet ik ook de training ‘Herstellen doe je Zelf’ noemen. Daar heb ik veel aan gehad. Die training laat zien in welke fase van herstel je zit. Op een gegeven moment wist ik dat ik mezelf als ‘hersteld’ mocht beschouwen en dat ik een goede kijk had op mezelf.

‘Je krijgt in het Blijf van m’n Lijfhuis heel veel steun, maar je moet wel zelf je traject invullen, dat doet niemand voor je’.

Wie ik nu zie in de spiegel? Ik zie iemand die rustiger, positiever, socialer, krachtiger en zelfverzekerder is en die meer overzicht heeft over het leven. Ik ben weer in staat om naar mijn toekomst te kijken. Ik was dat ontwend, omdat ik lang in een soort van overlevingsstand zat, levend van dag tot dag. Ik mocht ook niets doen van mijn partner, dus werk had ik niet. Nu sta ik voor veel dingen open. Wat een nieuwe partner betreft, ben ik wel erg voorzichtig geworden. Ik ben niet actief op zoek, maar kom ik iemand tegen, dan weet ik zeker dat ik eerst de kat uit de boom kijk.

‘Vluchten uit je relatie kan iedereen overkomen. Kijk maar wat voor spanningen corona brengt in relaties. Mijn vriend was aanvankelijk heel aardig, maar geleidelijk aan sloeg hij om als persoon. Dat kun je van tevoren niet verzinnen. Uit elkaar gaan hielp niet, omdat hij me niet kon loslaten.’

Alles bij elkaar heb ik een half jaar in het Blijf van m’n Lijfhuis gewoond. In april 2020 ben ik via DOOR! doorgestroomd naar een woning. Daar heb ik nog een jaar coaching gekregen en inmiddels ben ik zelf huurder geworden. Ik ben gesetteld, ben een netwerk aan het opbouwen en run mijn leven. Dat lukt aardig. Contacten in ‘Blijf’ heb ik zeker nog, ik ben namelijk al zo’n 1,5 jaar lid van de Centrale Cliëntenraad (CCR). Noem dat maar mijn vrijwilligerswerk. Als CCR-lid kom ik periodiek bij ‘Blijf’ om te inventariseren welke punten de vrouwen willen inbrengen in de raad.

Ik heb geen afkeer van de locatie, ik associeer de plek niet met het dieptepunt uit mijn leven. Integendeel. Hoe hectisch het half jaar in de opvang ook was, ik zie mijn verblijf daar als een nieuw begin, een positieve wending in mijn leven. Als ik niet uit mijn situatie was gestapt en in het Blijf van m’n Lijfhuis terecht was gekomen lag ik nu onder een steen. Geweldig dat dergelijke opvanghuizen er zijn in Nederland. Dat vrouwen daar vanuit een veilige situatie weer kunnen bouwen. Ik weet nog dat ik erg boos was op mijn ex-vriend dat ik door zijn toedoen alles van de ene op de andere dag kwijt was: mijn vertrouwde omgeving, al mijn contacten in het Rotterdamse. Die boosheid heb ik afgebouwd. Als je me nu zou vragen of ik terug wil naar Rotterdam, zeg ik ‘nee’. Ik heb daar niets meer te zoeken. Het is voor mij 040 geworden.’